Het telen van een vanggewas verkleint de kans op gewasziektes en u verbetert hiermee de bodemstructuur. U kunt de teelt op verschillende manieren toepassen en ook binnen het Gemeenschappelijk landbouwbeleid komt de teelt van vanggewas bij een aantal onderdelen terug. Welke vanggewassen zijn toegestaan en aan welke voorwaarden moet u voldoen voor extra premie?
Op zand- en lössgrond is het verplicht om na de mais een vanggewas te telen. Voor klei- en veengrond geldt dit niet. Voor het telen van het vanggewas zijn 3 opties:
In onderstaand overzicht ziet u per teeltoptie de toegestane vanggewassen.
Bladkool* Bladrammenas* Gras** Japanse haver* Spelt*** Triticale Winterrogge Wintertarwe Wintergerst
Spelt Triticale Winterrogge Wintertarwe Wintergerst
*Te gebruiken voor eco-regeling onderzaai vanggewas en groenbedekking. Voorwaarde: mechanisch onderwerken vanaf 1 maart. **Gras komt in aanmerking voor de eco-regelingen onderzaai vanggewas en groenbedekking. Voorwaarde: mechanisch onderwerken vanaf 1 maart. Let op niet alle grassoorten voldoen voor de eco-regelingen, bekijk de lijst op Het nieuwe GLB: de eco-regeling (rvo.nl). ***Spelt mag u alleen via onderzaai of direct na de oogst als vanggewas telen na de oogst van andere maissoorten dan snijmais (dus bijvoorbeeld na de CCM- of MKS-teelt). Als hoofdgewas mag u spelt zowel na snijmais als na andere soorten mais telen.
Gewasrotatie op bouwland is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor de basispremie van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). U dient dus een vanggewas te telen na de snijmais en dit geldt voor àlle grondsoorten. Dat houdt in dat u ieder jaar een ander gewas teelt als hoofdteelt op bouwlandpercelen. Een volgteelt (vanggewas) na de hoofdteelt wordt gezien als gewasrotatie. Op zand- en lössgrond moet u nog steeds eens per 4 jaar (vanaf 2027 eens per 3 jaar) een rustgewas telen als hoofdteelt (wetgeving vanuit 7e actieprogramma).
Er zijn een aantal vrijstellingen voor gewasrotatie binnen GLB:
Naast de basispremie kunt u met de eco-regelingen een extra bedrag per hectare verdienen. Om hiervoor in aanmerking te komen moet u een minimaal aantal punten (regio afhankelijk) behalen voor vijf thema’s. Deze punten zijn te behalen door het uitvoeren van eco-activiteiten. Bij de teelt van mais zijn de eco-activiteiten groenbedekking (1) en onderzaai (2) mogelijk. In de tabel staat met een * of ** aangeven welke gewassen punten opleveren voor deze eco-activiteit en die u op zand- en lössgrond mag zaaien. Op klei- en veengrond zijn er meer mogelijkheden en geldt er geen verplichting voor groenbedekking vanuit wetgeving. De lijst met vanggewassen staat op de site van RVO Het nieuwe GLB: de eco-regeling (rvo.nl).
Door het bedekken van uw percelen verhoogt u het organische stofgehalte en verbetert de bodemkwaliteit. U houdt uw percelen van 1 januari tot 1 maart zichtbaar bedekt. Dit doet u met de vanggewassen die u laat staan van het jaar daarvoor. Dus ook met de vanggewassen van 2022. U werkt het vanggewas met machines onder en u mag deze vooraf niet doodspuiten.
Door onderzaaien kunnen uw vanggewassen zich beter ontwikkelen. Direct na de oogst van de hoofdteelt zijn uw percelen zichtbaar bedekt met het vanggewas. Dit blijft zo tot minimaal 1 december. Let op: een vanggewas na snijmais moet volgens wetgeving op zand en lössgrond minimaal staan t/m 1 februari.
Heeft u vragen over de regels rondom vanggewassen of over de GLB-regeling? Neem dan contact op met uw lokale dealer of met de specialisten Mestwetgeving van FarmConsult. Bel naar 088 - 024 81 35 of mail naar mestwetgeving@forfarmers.eu.
Heeft u praktische vragen over het telen van bepaalde gewassen, neem dan contact op met uw teelt- en/of melkveespecialist van ForFarmers.
Lees hoe de premies en regelingen zijn opgebouwd.
Geen tijd of zin in de mestboekhouding? FarmConsult regelt het voor u! Lees snel verder.
Neem nu contact op
Aanmelden
Ga naar ForFarmers