In zijn brief aan de Tweede Kamer van 25 november 2022 zet minister Adema van LNV in op een Landbouwakkoord. Met een gedragen Landbouwakkoord – met input van de agrarische sector, ketenpartijen, natuurorganisaties en lokale overheden – wil de minister boeren duidelijkheid geven hoe de landbouw er in 2040 uit moet zien. Zo kunnen zij met rust en vertrouwen werken aan de reeds gestelde doelen op het gebied van natuurherstel, stikstof, water en klimaat.
Het Kabinet heeft in oktober aangegeven het rapport ‘Wat wel kan: Uit de impasse en een aanzet voor perspectief’ van Johan Remkes te omarmen. De drie lijnen die in het rapport beschreven staan worden ingevuld:
De minister van LNV ziet het werken aan gedragen landbouwakkoord als een stap op weg naar een hernieuwde samenwerking tussen overheid en landbouwsector. De reeds gestelde doelen ten aanzien van natuurherstel, water en klimaat zijn de kaders waarbinnen dit akkoord gesloten moet worden. Het landbouwakkoord krijgt een horizon naar 2040. Er is hier voor gekozen, omdat een transitie tijd kost en investeringen in het algemeen een looptijd van 15-20 jaar hebben.
Het doel van het landbouwakkoord is om te komen tot een toekomstbestendige landbouw die a) een belangrijke economische bijdrage levert, b) duurzaam voedsel en grondstoffen produceert voor zowel de regionale, Europese als de mondiale markt en c) een essentiële drager is van een vitaal platteland. De agrarische sector, ketenpartijen, natuurorganisaties en lokale overheden wordt gevraagd om actief bij te dragen aan het opstellen van het landbouwakkoord, omdat zij allen een taak hebben in de beoogde transitie.
De landelijke doelen - zoals die vastgesteld zijn aan de hand van de Vogel en Habitatrichtlijnen, Kaderrichtlijn Water en Klimaatdoelstelling - worden in januari 2023 vertaald naar richtinggevende provinciale en/of regionale doelen. Hoe dit voor de individuele boer of tuinder uitpakt wordt bepaald door de omstandigheden in het gebied waar het bedrijf is gehuisvest. Op basis van deze doelen moeten de provincies in juli 2023 een gebiedsprogramma opleveren.
Elke individuele landbouwer moet anticiperen op de (regionaal) gestelde doelen. Innovatie en/of het omschakelen van bedrijfsvoering kan hierbij ondersteunen, op hoofdlijnen worden de volgende transitiepaden benoemd:
Bovenstaande transitiepaden zal voor een deel van de bedrijven leiden tot aanpassen van de bedrijfsvoering. Dit kan uiteenlopen van het omschakelen naar een biologische en natuurinclusieve landbouw, het produceren van hernieuwbare energie, het verlenen van maatschappelijke diensten en/of vormen van multifunctionele landbouw. Voor agrarische ondernemers die hun bedrijfsvoering niet in overeenstemming kunnen brengen met de opgave in het gebied kan bedrijfsverplaatsing en of stoppen een optie zijn.
Om boeren te ondersteunen in deze transitie maakt het kabinet in 2023 en 2024 € 226,6 miljoen beschikbaar. In onderstaande tabel een nadere uiteenzetting van de beoogde budgetten.
Heeft u vragen over deze brief van de minister of wilt u advies over uw situatie? Neem dan contact op met de specialisten van FarmConsult via 0573 – 28 89 89 of mail naar farmconsult@forfarmers.eu.
Een samenvatting van de vier plannen van het kabinet.
Dit zijn de landelijke kaders en het stappenplan van het NPLG
Wat zijn de maatregelen op korte en lange termijn in de stikstofaanpak?
Over de problematiek, beleidskeuzes en effecten op de landbouw.
Neem nu contact op
Aanmelden
Ga naar ForFarmers