De energieprijzen zijn nog altijd hoog en drukken een flinke stempel op de kostprijs. Verstandig dus om energiebesparende maatregelen te nemen op uw varkensbedrijf om de kostprijs in de hand te houden. In dit artikel een aantal energiebesparingstips.
Wilt u een bedrijfsspecifiek advies met slimme energiebesparende maatregelen of wilt u de klimaatregeling van uw stal laten controleren? Vraag dan hier vrijblijvend een offerte aan.
Offerte aanvragen energie- en klimaatadvies
Of neem telefonisch contact op met FarmConsult voor meer info.
Omdat de verschillen tussen bedrijven enorm groot zijn, is het lastig om iets zinnigs te zeggen over het gemiddelde gas- en elektraverbruik op een zeugenbedrijf. Om toch een indicatie te geven is 65 m3 gas en 160 kWh per zeug per jaar een aardig vertrekpunt. De grootste energieslurpers zijn uiteraard verwarmen (gas) en ventileren (elektra). Op brijvoerbedrijven vraagt daarnaast ook de voerinstallatie veel stroom. Hou bij verwarmen in gedachten dat het belangrijk is om de verwarmingscapaciteit niet te krap te nemen en dat isolatie altijd loont. Bij ventileren is de clou om te zorgen voor zo min mogelijk luchtweerstand. Met de volgende tips kunt u flink op energiekosten besparen.
Ventilatie vraagt op een varkensbedrijf veel energie. In het algemeen geldt dat u energiezuiniger ventileert als u het drukverlies (de tegendruk) weet te beperken. Een twee keer zo hoge tegendruk betekent een verdubbeling van de energiekosten voor ventilatie.
De vuistregel is ’s winters maximaal 10 pascal onderdruk en ’s zomers maximaal 5 pascal.
Een ventilator die hard draait verbruikt meer stroom. Vanaf 40 Hertz loopt het stroomverbruik snel op. Zorg daarom dat de frequentieregelaar niet naar 50 Hertz hoeft om de ventilatiecapaciteit te halen. Hou deze normen voor ventilatiecapaciteit aan:
Ga uit van de situatie waarin u alle afdelingen op maximale capaciteit ventileert en reken met 200 pascal tegendruk. De capaciteit van de ventilator loopt namelijk terug bij meer tegendruk. Een ventilator van 80 cm diameter kan 18.000 m3/uur ventileren. Een ventilator van 90 cm doorsnede ventileert 20.000 m3/uur.
Als de luchtwasser vuil is, neemt de weerstand toe en loopt de onderdruk op. Zeker op brijvoerbedrijven is extra aandacht nodig om ‘snotvorming’ te voorkomen. Snotvorming wordt veroorzaakt door een schimmel en deze is gevoelig voor benzoëzuur. Hoe vaak u de luchtwasser moet schoonmaken hangt af van het type.
Met name op installaties die veel stroom verbruiken – zoals een brijvoerinstallatie, de pomp van de luchtwasser of mestverwerkingsinstallaties – is het slim een frequentieregelaar te plaatsen. Dit bespaart stroom.
Een inkopper: kies voor ledverlichting in plaats van TL-buizen. Zeker in combinatie met bewegingsmelders in centrale gangen en technische ruimtes levert dit een forse besparing op.
Uiteraard kunt u met zonnepanelen, een windmolen of mestverwerkingsinstallatie uw eigen stroom opwekken. Lees hier meer over de subsidie- en fiscale mogelijkheden om dit te financieren. Zonnepanelen kunt u tevens inzetten om via een boiler het verwarmingswater te verwarmen en/of de brij op te warmen bij brijvoerbedrijven.
Isoleren van verwarmingsleidingen staat buiten kijf. Maar zeker als u kijkt naar vloerverwarming is het vaak niet goed geregeld en hangt de leiding zonder isolatie in de put of is de vloerverwarmingsplaat van onderen niet geïsoleerd (let op: er zijn nog steeds niet-geïsoleerde verwarmingsplaten te koop!). Dit heeft niet alleen als nadeel dat het te onnodig gas kost, maar ook dat bijvoorbeeld de kraamafdeling te warm wordt voor de zeugen. Enkele tips om gas te besparen:
Let erop dat de onderzijde van het biggennest evenals de toe- en afvoerslangen geïsoleerd zijn. Bouw de temperatuur van de ruimte en het biggennest sneller af gedurende de ronde en besteed extra aandacht aan het creëren van microklimaatzones in kraamstal en biggenstal.
Door vloerverwarming toe te passen kan ruimtetemperatuur lager blijven.
Hierdoor is er minder verlies van warmte uit de stal en komt de inkomende lucht minder koud de afdelingen binnen.
Warmteterugwinning is zeker bij nieuwbouw of renovatie erg interessant. De uitgaande lucht vanuit de luchtwasser (18-22 °C) of het centraal afzuigkanaal (20-24 °C) verwarmt dan bijvoorbeeld het water voor de verwarming. Bedrijven kunnen zo zelfs geheel van het gas af. U kunt er ook voor kiezen om de inkomende lucht op te warmen via warmteterugwinning. Een warmtepomp is dan niet nodig. Een warmteterugwinningsinstallatie of warmtepomp is eventueel later in te bouwen.Denk ook hier aan de subsidie- en fiscale mogelijkheden om dit te financieren.
Het is belangrijk om de relatieve luchtvochtigheid in een varkensstal laag te houden, bij voorkeur rond de 60%. Een hoge luchtvochtigheid geeft ’s winters namelijk een lagere gevoelstemperatuur (‘waterkoud’). Vochtige lucht opwarmen kost bovendien meer energie dan droge lucht verwarmen. U verlaagt de relatieve luchtvochtigheid door de minimumventilatie voldoende hoog te houden, de temperatuurinstelling lager te zetten, hokbevuiling te voorkomen, voervermorsing tegen te gaan bij brijvoer en de inkomende lucht te conditioneren.
Als brandstof zijn er een aantal opties:
Wilt u een vrijblijvende offerte aanvragen voor een bedrijfsspecifiek advies op energiebesparende maatregelen of controle van de klimaatinstellingen in uw varkensstal? Vul dan onderstaand formulier in. Neem voor meer energiebesparingstips of klimaatadviezen contact op met Jan van den Brink van FarmConsult via 0573 - 28 89 89 of mail naar farmconsult@forfarmers.eu.
"Ik vind het leuk om andere boeren te inspireren met nieuwe mogelijkheden."
Melkveehouders Noord-Deurningen richten coöperatie op voor levering biogas.
Neem nu contact op
Aanmelden
Ga naar ForFarmers
Zoals vaak gaat ook hier de kost voor de baat uit. Gelukkig is er wel een scala aan subsidie-mogelijkheden, zoals de SDE-subsidie, om bij te dragen in de kosten voor energiebesparing. Er zijn twee typen subsidies: Bij een investeringssubsidie krijgt u geld terug op de investeringskosten, bij een exploitatiesubsidie ontvangt u subsidie over de gebruikskosten. Als u bijvoorbeeld investeert in een installatie om stroom op te wekken, neemt de kostprijs van uw stroom toe. Als uw kostprijs boven de marktprijs uitkomt, keert de subsidieverstrekker dat verschil aan u uit. Het is altijd raadzaam om vooraf een businesscase te maken van uw specifieke bedrijfssituatie, om te bepalen of de investering uit kan.
Neem voor de mogelijkheden voor energiebesparingssubsidies of fiscale aftrek contact op met Arjan Laarhuis (06 - 51 21 07 78) of Johan Hilhorst (06 - 23 37 24 41) van FarmConsult.
Naast subsidies zijn er ook interessante fiscale regelingen. Specifiek voor energiebesparingsmaatregelen is de EIA-regeling (Energie-Investeringsaftrek) een optie. Denk aan kosten voor bijvoorbeeld zonnepanelen, ledverlichting, dakisolatie of energiezuinige ventilatoren. De fiscus geeft u dan 45,5% korting op uw belastingen. Stel u investeert € 100.000, dan mag u € 45.000 aftrekken van uw winst en dan betaalt u daar geen 37% belasting over in het geval van een Maatschap of vof. Het netto liquide voordeel is dan € 16.650 euro, dus 15-20% van uw totale investering. Voor Bv’s is het fiscale kortingstarief 22%. Voor bedrijven met een grootverbruikersaansluiting is de SDE-subsidie vaak interessanter dan de EIA-regeling. U kunt de EIA- en SDE-regeling niet met elkaar combineren.
Naast EIA zijn er ook fiscale regelingen zoals MIA (Milieu-Investeringsaftrek) en Vamil (Willekeurige aftrek Milieu-investeringen) waarmee u milieu-investering kunt aftrekken van de winst. Met de MIA profiteert u van een investeringsaftrek die kan oplopen tot 45% van het investeringsbedrag. Die aftrek komt bovenop uw gebruikelijke investeringsaftrek. Met de Vamil kunt u 75% van de investeringskosten afschrijven op een tijdstip dat u zelf bepaalt. Dit levert een liquiditeits- en rentevoordeel op.