Waar ben je naar op zoek?

Overheid maakt plannen voor transitie landbouw bekend

Sector Nieuws Sector Nieuws11-6-2022

Het hoge woord is eruit. Op 10 juni 2022 boden de ministers Van der Wal (Stikstof) en Staghouwer (LNV) twee brieven aan de Tweede Kamer aan. Met de 'Kamerbrief bij aanbieding Startnotitie van het Nationaal Programma Landelijk Gebied’ en de 'Kamerbrief over perspectieven voor agrarische ondernemers’ ontvouwen zij hun doelen, plannen en kaders voor een gebiedsgerichte aanpak om de landbouw in Nederland te hervormen. We geven u een samenvatting van de plannen.

Nationaal Programma Landelijk Gebied vormt de basis

In het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) heeft minister Van der Wal richtinggevende keuzes en (regionale) doelen vastgelegd om de landelijke doelen te halen. Dit programma vormt de basis voor de uitwerking van integrale gebiedsprogramma’s door de provincies. In het NPLG staan drie kerndoelen centraal:

  1. Natuur realiseren van de Europese internationale verplichtingen op het terrein van natuur (met als onderliggend doel de stikstofopgave)  
  2. Water (deadline KRW 2027, nitraatopgave)   
  3. Klimaat (tussendoelen 2030, klimaat neutrale samenleving in 2050)

Eén van de landelijke doelstellingen is dat van 74% van het areaal stikstofgevoelige natuur onder de Kritische Depositie Waarde (KDW) moet vallen in 2030. Voor de landbouw (veehouderij) betekent dit, dat een reductie van 39 kiloton NH3 nodig is.  Om dit te realiseren heeft minister Van der Wal onderstaande kaart opgesteld met richtinggevende emissiereductiedoelstellingen per gebied. De kleuren staan voor verschillende typen reductiedoelstellingen van ammoniakemissie.

Link: 65564
Klik op kaart voor download als pdf

In de kaart is te zien dat de focus ligt op reductie van ammoniakemissie in transitiegebieden & veenweidegebieden (47%), reductie volgend uit depositiepotentie Gelderland (58%), ring rondom stikstofgevoelige N2000 gebieden (70%), Natura 2000-gebieden en NNN-gebieden (95%). Klik hier voor uitleg van deze begrippen en een nadere toelichting van de planning van de NPLG.

Kortom, het NPLG is een richtinggevend en kaderstellend document vanuit de Rijksoverheid, waarbij het op dit moment onzeker is hoe de uitwerking gaat zijn in provinciale gebiedsprogramma's. De definitieve uitwerking van de provinciale gebiedsprogramma's zal voor de zomer van 2023 worden gepresenteerd.

Gebiedsgerichte aanpak: provincies aan zet

De provincies zijn nu aan zet. Zij moeten in samenspraak met de landbouw een gebiedsgerichte aanpak (GGA) maken. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) is een belangrijk vertrekpunt hiervoor, maar er zijn ook andere kaders zoals bijvoorbeeld het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Tevens willen de ministers Kringlooplandbouw (in evenwicht brengen van voer, mest en bodem) verder concretiseren. Dit alles moet voor de agrarische ondernemers leiden tot een rendabele bedrijfsvoering, omdat anders een transitie niet mogelijk is. 

Provincies kunnen gemotiveerd van het NPLG afwijken als uit de gebiedsprocessen blijkt dat een andere verdeling passender is. Er is namelijk nog geen rekening gehouden met andere sectoren zoals industrie en mobiliteit (NOx). De nieuwe ‘Ecologische Autoriteit’ zal de gebiedsprogramma’s toetsen.

Perspectieven voor agrarische ondernemers 

Afbeelding: Zonsopgang_akker

Aanvullend aan het Nationaal Programma Landelijk Gebied van minister Van der Wal heeft minister Staghouwer van Landbouw het visiedocument ‘Perspectieven voor agrarische ondernemers’ opgesteld. Hierin staat hoe hij richting en steun wil geven aan het toekomstperspectief voor agrarisch ondernemers. 

Zo gaan er landbouwkundig bekeken aanzienlijke verschillen ontstaan tussen de diverse regio’s. Er komen gebieden waar de landbouwfunctie leidend is voor inrichting van het landelijk gebied, maar er komen ook gebieden waar de landbouw extensiever moet worden. Hier moet de landbouw in optiek van de overheid een transitie maken en vraagt men ondernemers om te kiezen uit (een mix) van onderstaande punten: 

  • Extensivering: Hierbij denkt de overheid onder andere aan minder dieren per hectare en het telen van minder intensieve gewassen. De hiervoor extra benodigde grond wordt eventueel via grondfondsen beschikbaar gesteld.
  • Nieuwe producten/diensten ontwikkelen: Als gevolg van extensivering moeten er nieuwe verdienmodellen ontstaan. Voorbeelden die hierbij genoemd worden zijn: korte ketens, agro toerisme, bodem en waterbeheer, boerderij-educatie.
  • Technische innovatie: Dit om te komen tot het verder sluiten van kringlopen. Hierbij denkt men aan emissiearme stallen en verwerkte drijfmest in te zetten als kunstmestvervanger, het produceren van hernieuwbare energie en ontwikkelen van precisietechnieken voor bemesting en gewasbescherming.
  • Bedrijfsverplaatsing: Zowel binnen gebieden als naar andere gebieden, om agrarische ondernemers in staat te stellen hun bedrijfsvoering/ambitie in overeenstemming te brengen met de doelen van het gebied.
  • Stoppen van bedrijven: Door middel van stoppersregelingen ondernemers begeleiden/faciliteren die hun bedrijven willen staken.

De beoogde transitie zal met name in regio’s rondom Natura 2000-gebieden, uitspoelingsgevoelige (zand)gronden en veenweidegebieden plaats moeten gaan vinden. 

Voor alle regio’s geldt dat rundveehouderij in 2032 grondgebonden moet zijn. Dit betekent dat alle mest op eigen grond afgezet moet worden en/of in een samenwerkingsverband op grond van een andere agrarische ondernemer. 

Intensieve veehouderij

Afbeelding: Vleesvarkens2

De Intensieve veehouderij moet zich (blijven) richten op het omzetten van reststromen naar eiwitten en voor mensen benutbare producten. Daarnaast moet deze sector zich bezighouden met het verwerken van mest, zodat deze ook dienst kan doen als kunstmestvervanger.

Doelen

De overheid wil toe naar meer bedrijfsgerichte doelsturing, zodat de ondernemer binnen gestelde kaders zijn eigen keuzes kan maken. Dit vereist dat de overheid duidelijke doelen maakt op bedrijfsniveau en ze is dan ook voornemens om op bedrijfsniveau Kritische Prestatie Indicatoren (KPI's) vast te stellen. Hierbij denkt de overheid onder andere aan KPI's op gebied van Stikstofbalans, Ammoniakemissie, Fosfaatbalans, Eiwit van eigen land, Broeikasgasemissie, Energiebalans, Organische stof balans, Gewasdiversiteit, etc.

Faciliteren

 De Overheid wil, vanuit hun perspectief bekeken, ondernemers zo veel mogelijk faciliteren in het beoogde transitieproces. Bijvoorbeeld door fiscale regelingen, beschikbaar stellen van subsidie, afgeven van borgstellingen, gratis advies op basis van vouchers en het bieden van omscholing. 

De markt waarin de landbouw haar producten afzet is een Europese/mondiale markt. De Nederlandse overheid wil dan ook inzetten op Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid dat de beoogde transitie ondersteunt. Ook zit de overheid in op handelsverdragen met een zo hoog mogelijke standaard met betrekking tot verduurzaming en dierenwelzijn.

Keten

Afbeelding: Going circular

Deze transitie raakt niet alleen de primaire landbouwbedrijven. De transitie heeft namelijk betrekking op de hele keten. Er is dan ook een belangrijke rol weggelegd voor ketenpartners en consumenten. Minister Staghouwer geeft aan dat hij verwacht dat ketenpartners leidend zijn in de transitie en gaat hierover met de ketenpartners in gesprek. 

De veevoersector krijgt een belangrijke rol in de Nationale eiwitstrategie en zal bij moeten dragen aan verduurzaming van de veevoerproductie. Veevoerproducenten moeten de milieuvoetafdruk verlagen, door het meer kringloopwaardig maken van veevoer en daarmee dus de dierlijke productie. Denk hierbij aan het:

  • terugdringing van gebruik van grondstoffen die in concurrentie zijn met humane voedingsmiddelen;
  • verminderen van de afhankelijkheid van soja;
  • vergroten van het aandeel laagwaardige restproducten;
  • overschakelen naar in Europa geproduceerde eiwitten.

Heeft u vragen of heeft u advies nodig?

De overheid stelt een forse transitie voor met veel impact op de sector en de samenleving. De provincies zijn nu aan zet om deze doelen en kaders om te zetten in concreet beleid. Vanuit ForFarmers FarmConsult staan wij voor u klaar om u te ondersteunen in dit proces en u van adequaat advies te voorzien. Heeft u vragen? Neem dan contact op via 0573 - 28 89 89 of mail naar farmconsult@forfarmers.eu