Waar ben je naar op zoek?

Hoe zit de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties in elkaar?

Advies van onze specialist Advies van onze specialist21-6-2022

De Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV) is een landelijke stoppersregeling, bedoeld om de stikstofdepositie op natuurgebieden te verlagen. De regeling is momenteel in concept klaar en de consultatieronde is gesloten. Naar verwachting maakt de overheid de definitieve regeling in het najaar van 2022 bekend. Wilt u weten hoe de regeling in elkaar steekt?

In dit artikel lichten we de volgende zaken van de LBV uit:

 

Een bedrijfsbeëindiging is een ingrijpend besluit dat u niet over een nacht ijs neemt. Wilt u weten hoe dit financieel voor u uitpakt? Vraag dan een vrijblijvend adviesgesprek aan.

 

Vrijblijvend adviesgesprek aanvragen

Budget en subsidie Landelijke beëindigingsregeling

In totaal heeft de overheid een budget van € 500 miljoen beschikbaar, waarvan € 115 miljoen voor varkenshouderijen, € 115 miljoen voor pluimvee en € 270 miljoen voor melkveehouderijen. Melkvee-, varkens- en pluimveehouders krijgen 100% van de vervangingswaarde van hun stallen vergoed én 100% van de marktwaarde van de productierechten. Bij overschrijding van het budget worden de aanvragen gerangschikt op basis van de kosten per mol depositie.

Wie komt in aanmerking?

De sectoren varkens, melkvee, kippen en/of kalkoenen, waarbij de afgelopen drie jaar onafgebroken dieren zijn gehouden, met een geldige milieuvergunning zonder overtreding van de Meststoffenwet, komen in aanmerking voor de regeling. Bedrijven met bijvoorbeeld vleeskalveren of -stieren of geiten komen niet in aanmerking. Belangrijk is tevens dat u op het moment van subsidie-aanvraag uw bedrijf nog NIET structureel heeft afgeschaald. Alle dieren moeten nog op het bedrijf aanwezig zijn.

De veehouderijlocatie moet daarnaast minimaal 50 mol stikstofdepositie per jaar hebben op een overbelast Natura 2000-gebied. Deze depositie wordt bepaald op basis van het aantal dieren dat gemiddeld in 2021 op de locatie is gehouden. De verwachting is dat het merendeel van de bedrijven aan deze drempelwaarde voldoet. Wilt u weten of uw bedrijf een uitstoot heeft van meer dan 50 mol/jaar op N2000-gebieden en in aanmerking komt voor deelname, dan maken wij deze berekening graag voor u. Laat uw gegevens in het aanvraagformulier voor een adviesgesprek achter, dan wij nemen contact met u op.

Wat zijn de voorwaarden van de LBV-regeling?

Aan de regeling hangen een aantal voorwaarden, te weten:

  • Van het in 2021 benutte aantal productierechten dient de veehouder 80% te verkopen aan de overheid in het geval van varkens, kippen en/of kalkoenen en 95% bij melkvee.
  • U stopt op aangevraagde locatie definitief met het houden van varkens, kippen, kalkoenen en melkvee en u start niet op een andere locatie met de diersoort die vervallen is. Andere locaties die al in bezit zijn op het moment van inschrijven en waarmee u niet meedoet aan de LBV-regeling, blijven gewoon in werking en kunt u door ontwikkelen.
  • Bij deelname moet u binnen zes maanden na beschikking een overeenkomst opsturen. 
  • De stallen moeten binnen 28 maanden na sluiting van de overeenkomst gesloopt zijn. U kunt een ontheffing aanvragen als de stallen voor een ander doel gaat gebruiken, dan voor het houden van dieren. 
  • De bestemming van de locatie wordt gewijzigd en de omgevingsvergunning milieu en natuurvergunning worden voor de aangevraagde locatie ingetrokken of aangepast, zodat het niet langer is toegestaan op deze locatie bedrijfsmatig landbouwhuisdieren te houden.

Wat krijgt u vergoed? Twee rekenvoorbeelden

U krijgt 100% van de waarde van de productierechten en 100% van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de gebouwen vergoed. Hierbij gaat het om de dierverblijven met productierechten. Voor loodsen, (mest)silo’s en dergelijke is geen vergoeding beschikbaar. Vlak voor openstelling van de regeling stelt de overheid de waarde per productierecht (fosfaat-, varkens- of pluimveerecht) vast. Bij eventuele verkoop van gronden heeft de overheid het recht van eerste onderhandeling. 

De waarde van de gebouwen maken we duidelijk aan de hand van twee voorbeelden:

  1. Voor een melkveestal van 30 x 20 meter van 40 jaar oud is de vergoeding 600 m2 x een vervangingswaarde van € 167,6 / m2= € 100.560. Dezelfde stal van 20 jaar oud levert € 301.680 op.  
  2. Een varkensstal van 1.000 m2 van 20 jaar oud is € 321.000 waard. Dit was in de eerdere Saneringsregeling varkenshouderij (SRV) € 208.650. De overheid geeft al aan dat een eventuele volgende openstelling van de SRV minder interessant zal zijn dan deze LBV-regeling.

De vervangingswaarde per m2 stal ligt vast in een staffeltabel en is afhankelijk van o.a. sector en bouwjaar van de stal.

Heeft u advies of hulp nodig?

Zoals bij elke subsidieregeling zitten er ook aan deze regeling vele regels en kanten. Bedrijfsbeëindiging is bovendien emotioneel en financieel gezien geen gemakkelijk besluit, waarbij het fijn kan zijn als er een vertrouwd persoon de voors en tegens voor u op een rij zet. Wilt u weten hoe dit financieel voor u uitpakt? Dan maken wij deze berekening graag voor u en voorzien we u van passend advies. Laat uw gegevens achter in het onderstaande formulier, dan wij nemen contact met u op of mail met farmconsult@forfarmers.eu. U kunt ook bellen met 0573 – 28 89 89 voor direct contact met een van onze subsidiespecialisten.

Aanvragen vrijblijvend adviesgesprek

Wilt u weten of de LBV voor u een passende optie is? Vul dan hier uw gegevens in, dan nemen we contact met u op. Heeft u een spoedvraag? Bel dan met FarmConsult via 0573 - 28 89 89.
Lees in ons privacy statement hoe we omgaan met uw persoonsgegevens